Wat is de juiste temperatuur en Luchtvochtigheid in de broedmachine?

Voor het uitbroeden van broedeieren kunnen de aanbevolen temperaturen variëren, afhankelijk van het type vogel. Hier zijn enkele algemene richtlijnen voor de temperatuurinstellingen bij het uitbroeden van verschillende soorten broedeieren:

  • Kippeneieren: De ideale temperatuur voor het uitbroeden van kippeneieren ligt meestal tussen de 37,5°C en 38°C (99,5°F - 100,4°F). Dit is echter een gemiddelde temperatuur, en sommige bronnen kunnen lichte variaties aangeven. Raadpleeg daarom altijd de instructies van de fokker of producent van de eieren voor specifieke aanbevelingen.

  • Eendeneieren: De temperatuur voor het uitbroeden van eendeneieren is vergelijkbaar met die van kippeneieren en ligt meestal tussen de 37,5°C en 38°C (99,5°F - 100,4°F). Het is belangrijk om rekening te houden met de vochtigheidsvereisten, aangezien eendeneieren over het algemeen een hogere luchtvochtigheid nodig hebben dan kippeneieren.

  • Kalkoeneieren: Kalkoeneieren vereisen meestal een iets lagere temperatuur dan kippeneieren. De ideale temperatuur voor het uitbroeden van kalkoeneieren ligt tussen de 37°C en 37,5°C (98,6°F - 99,5°F).

  • Ganzeneieren: Ganzenbroedeieren hebben over het algemeen een lagere ideale temperatuur nodig dan kippeneieren. De aanbevolen temperatuur voor het uitbroeden van ganzeneieren ligt meestal tussen de 37°C en 37,5°C (98,6°F - 99,5°F). Ook hier is de luchtvochtigheid van belang, omdat ganzeneieren hogere vochtigheidsniveaus nodig hebben dan kippeneieren.

  • Afkoeling: Bij enkele pluimveesoorten is het noodzakelijk de eieren tijdens de broedperiode af te laten koelen.
    Dat is bij water en sierwatervogels absoluut noodzakelijk. Men gaat als volgt te werk.
    Vanaf de 3de broeddag neemt men de eieren éénmaal per dag ongeveer 15 tot 20 minuten uit de broedmachine en bevochtig deze met een plantenspuit om het afkoelings effect te versterken.
    Het beste kan men lauw water gebruiken. Tijdens deze tijd loopt de broedmachine gewoon door. Circa 3 dagen voor de uitkomst van de eieren kan met het afkoelen worden gestopt.

​Tijdens de uitkomst verlaagt men de temperatuur met ca. 0,2 graad omdat de temperatuur van de eieren de laatste 3 dagen stijgt. Controleer de temperatuur minstens om de twee dagen. Afwijkingen kunnen grote gevolgen hebben.
Gebruik een kwaliteitsthermometer goedkopere thermometers kunnen wel 1 graad afwijken

Het is belangrijk om de specifieke aanbevelingen te volgen die worden gegeven door de fokker, producent of bron waar je de broedeieren hebt verkregen. Deze kunnen specifieke temperatuurvereisten hebben op basis van hun ervaringen en de kenmerken van de eieren. Zorg ervoor dat je de temperatuur regelmatig controleert met behulp van een betrouwbare thermometer en eventuele afwijkingen corrigeert om een succesvol uitbroedproces te waarborgen.

Natte Bol Temperatuur Meting in de Broedmachine

LET OP! Gebruik altijd de instellingen van de machine. Deze meet de juiste temperatuur obv natte bol meting. Een normale meter geeft nooit de juiste temperatuur aan. 

De natteboltemperatuurmeting is een methode om de luchtvochtigheid te bepalen door de temperatuur te meten van een thermometer waarvan de sensor bevochtigd is met water. Het is een nuttige techniek om de werkelijke hoeveelheid vocht in de lucht te bepalen, omdat het rekening houdt met het effect van verdamping.

Bij het uitvoeren van een natteboltemperatuurmeting wordt een thermometer gebruikt met een sensor aan het uiteinde, die is omwikkeld met een vochtige doek of wattenstaafje. Vervolgens wordt de thermometer blootgesteld aan de lucht, waarbij verdamping optreedt. Door de verdamping koelt de nattebolthermometer af en registreert deze een lagere temperatuur dan een drogebolthermometer (een gewone thermometer zonder vochtigheid).

De natteboltemperatuurmeting kan worden gebruikt in combinatie met de drogeboltemperatuurmeting om de luchtvochtigheid te berekenen met behulp van formules of tabellen die rekening houden met de temperatuurverschillen tussen de twee thermometers.

De luchtvochtigheid kan worden bepaald door de natteboltemperatuur te vergelijken met de drogeboltemperatuur en andere factoren, zoals de omgevingstemperatuur, de luchtdruk en de hoogte boven zeeniveau.

De natteboltemperatuurmeting is vooral handig in situaties waarin de luchtvochtigheid een belangrijke rol speelt, zoals in de meteorologie, landbouw, klimaatbeheersing en bij het bepalen van het warmtecomfort voor mensen en dieren.

Het is belangrijk op te merken dat de natteboltemperatuurmeting een meer geavanceerde en nauwkeurige methode is in vergelijking met het meten van de relatieve luchtvochtigheid met een hygrometer. Het vereist echter specifieke apparatuur en technieken om correct te worden uitgevoerd.

Wat is de juiste Luchtvochtigheid bij uitbroeden broedeieren in de broedmachine?

Bij het uitbroeden van broedeieren is de luchtvochtigheid een cruciale factor voor een succesvolle uitkomst. De ideale luchtvochtigheid kan variëren afhankelijk van het type ei en de specifieke aanbevelingen van de fokker, producent of bron waar je de broedeieren hebt verkregen. Over het algemeen gelden de volgende richtlijnen:

  • Kippeneieren: De ideale luchtvochtigheid voor het uitbroeden van kippeneieren ligt meestal tussen de 50% en 55% tijdens de eerste 18 dagen van het broedproces. Voor de laatste 3 dagen, ook wel de "uitkomstperiode" genoemd, moet de luchtvochtigheid worden verhoogd tot ongeveer 65% om het uitkomen te vergemakkelijken.

  • Eendeneieren: Eendeneieren vereisen over het algemeen een iets hogere luchtvochtigheid dan kippeneieren. De ideale luchtvochtigheid voor het uitbroeden van eendeneieren ligt meestal tussen de 55% en 60% tijdens de eerste 25 dagen van het broedproces. Voor de uitkomstperiode kan de luchtvochtigheid worden verhoogd tot ongeveer 70%.

  • Kalkoeneieren: Kalkoeneieren hebben over het algemeen een hogere luchtvochtigheid nodig dan kippeneieren. De ideale luchtvochtigheid voor het uitbroeden van kalkoeneieren ligt meestal tussen de 50% en 60% tijdens de eerste 25 dagen van het broedproces. Voor de uitkomstperiode kan de luchtvochtigheid worden verhoogd tot ongeveer 70%.

  • Ganzeneieren: Ganzeneieren vereisen ook een hogere luchtvochtigheid dan kippeneieren. De ideale luchtvochtigheid voor het uitbroeden van ganzeneieren ligt meestal tussen de 60% en 70% tijdens het hele broedproces.

Het is belangrijk om te benadrukken dat deze richtlijnen algemene aanbevelingen zijn en dat specifieke soorten en rassen mogelijk iets andere eisen hebben. Raadpleeg altijd de instructies van de fokker, producent of een ervaren bron voor specifieke aanbevelingen met betrekking tot de luchtvochtigheid voor jouw broedeieren.

Om de luchtvochtigheid in de broedmachine te beheersen, worden broedmachines meestal geleverd met waterbakken of waterreservoirs. Vul de waterbakken volgens de instructies in de handleiding van jouw broedmachine en controleer regelmatig om ervoor te zorgen dat er voldoende water aanwezig is om de gewenste luchtvochtigheid te handhaven. Het gebruik van een hygrometer kan ook nuttig zijn om de luchtvochtigheid nauwkeurig te monitoren.

Onthoud dat het handhaven van de juiste luchtvochtigheid tijdens het broedproces essentieel is voor een gezonde ontwikkeling van de embryo's en een succesvolle uitkomst van de eieren.

De juiste luchtvochtigheidswaarde is gedurende de gehele broedperiode beslissend voor het broedresultaat. Broed men te droog, ontwikkelen zich de kuikens niet goed en komen tijdens de uitkomst niet uit.
Broed men te vochtig "verdrinken" de kuikens in de eieren. De fokker moet hier 'fingerspitzengefuhl' bij hebben. Het gaat echter wel om de structurele vochtigheid. Een dag te hoge of te lage luchtvochtigheid is echt niet erg. Het gaat om een gemiddelde van een aantal dagen.
Het instellen van de juiste vochtigheid is voor elke broedmachine verschillend. De juiste vochtigheid ligt in de regel tussen de 45% - 50% tijdens de voorbroed en circa tussen de 68% - 71% tijdens de uitkomst.
Tijdens het uitkomen bereikt men een hogere vochtigheid door bijvoorbeeld warm water in de waterbakjes te doen.
Ook kan men een extra bakje water in de broedmachine zetten. Beslissend is niet de hoeveelheid maar de grootte van het wateroppervlak.
Belangrijk: Indien mogelijk gedestilleerd water gebruiken i.v.m. kalkaanslag in de waterbakjes.

zie ook onze andere blogs!

© 2017 - 2024 iBought.nl | sitemap | rss | webwinkel beginnen - powered by Mijnwebwinkel